Wij trakteerden onszelf dit jaar op twee dagen Dour… Vroeger hielden we het daar nog een kleine week vol, maar dat is ondertussen teveel van het goede. Dour is een festival dat je niet koud kan laten, en dat was letterlijk te nemen dit jaar! Maar de hitte weerhield niemand ervan om er een onvergetelijk feest van te maken.
By Timo Sterckx
We trappen dag twee meteen af met Queen Omega & The Royal Souls op hoofdpodium The Last Arena. Zij is, voor ons, de absolute ster op deze editie van Dour, met zowel een optreden met haar vaste backing band als een exclusieve sessie met Blackboard Jungle op het programma. Dat betekent wel dat ze de dag moet aftrappen op het gigantische hoofdpodium. Bijgevolg zijn er nog niet erg veel mensen afgezakt, maar de aanwezigen hebben er wel enorm veel zin in. Het eerste nummer is meteen het rauwe ‘The Fittest’ gevolgd door ‘Judgement’. Deze groep muzikanten, haar vaste achtergrondkoortje (The Queenettes) en de Queen zelf hebben zo veel plezier op het podium dat het onmogelijk is om niet te genieten. Zeker wanneer we een prachtige ‘Amazing Grace’ cover krijgen met gospel outro. “Ze kan het allemaal!” denk ik bij mezelf, de ene seconde is ze de belichaming van een vrouwelijke singjay, waarna je plots weer naar een gospel church gekatapulteerd wordt. En ze doet dit alles met het grootste gemak. Het is een enorm sterk optreden, zeker met haar oudere nummers ‘Ganja Baby’ en ‘Rocking & Popping’. Het aanwezige publiek verliest het helemaal bij monsterhit ‘No Love’, gevolgd door het herwerkte ‘Local’ (hoewel ik vooral fan blijf van de originele tune op de Vibrationz Riddim). Maar dan is het, na een klein uurtje, plots gedaan. Het publiek is wat verrast en vooral nog niet voldaan dus gelukkig zien we haar later op de avond nog terug.
Wij reppen ons naar de sound van Blackboard voor Dub Sheperds die ons een gewoonweg fantastische set voorschotelen. Openen doen ze met een Echo Minott vocal, een terugkerende gast bij Dub Sheperds. Nadien volgt ‘Mr. Talkative’ van Joseph Cotton. Al snel komen ook de eigen producties boven en het is al veel gezegd, maar deze lijken zo uit de 70’s te komen. Jolly Joseph haalt zijn prachtige falsetstem boven en blaast ons omver; dat ze goed waren wist ik, maar zó goed, dat had ik niet verwacht. Dit was anderhalf uur genieten, dansen en lachen. En wij niet alleen, ook de heren van Blackboard waren zichtbaar gelukkig om hun sound uit te lenen aan hun collega’s uit Clermont-Ferrand.
Ik hoor nog het funk-geïnspireerde ‘Dirty Side Of Town’, ‘Something Special’ en prachtnummer ‘Night And Day’. Jolly Joseph geeft ons met zijn falsetstem al een voorproefje van wat Joe Yorke verder zal zetten. Net als bij Queen Omega is het spelplezier van artiesten ontzettend belangrijk om een sessie naar hogere hoogten te brengen. Hun set blonk uit in speelsheid, afwisselende ritmes, connectie met elkaar en publiek. En niet onbelangrijk is dat ze qua uur en vibe juist geprogrammeerd stonden.
Ubik Sound uit Genève met Young Kulcha (wat een ontdekking!) op de vocals opent met enkele dubplates. Allereerst Peter Youthman, hierna niemand minder dan Ashanti Selah op de vocals en ook Nello B passeert de revue. En we zijn weer vertrokken voor een heerlijke set.
Na een tijd wordt het echter tijd om iets te eten en drinken en begeven we ons richting camping. Eens terug op krachten gekomen volgen de meest intense uren van Dour 2024, Joe Yorke en Queen Omega zullen nog het beste van zichzelf geven voor we de Dub Corner moeten verlaten. En dat is toch een blijvend pijnpunt, al jaren sluit men dit podium af om 22u30. Waarom lijkt niemand te weten, maar telkens als we het hoogtepunt nabij zijn worden we buitengewerkt door de security. Doodzonde volgens alle aanwezigen.
Maar eerst dus Joe Yorke… Ik ben al lang fan en sta te popelen om deze integere zanger live aan het werk te zien. Openen doet hij met ‘The Singerman’, waarna er spontaan een regenboog tevoorschijn komt boven het festival. Natural mystic! De Irie Ites-productie ‘Time’ en een eigen versie van Max Romeo’s ‘One Step Forward’ volgen elkaar snel op. Het actuele ‘Gentrification’, ‘Bitter Sweet’, ‘Rocking Ship’, ‘Man’, ‘Quicksand’ en ‘Tonight’ vervolledigen de sublieme set, een adembenemend en heel emotioneel optreden van dit falsetto-fenomeen. Ik ben zeker niet de enige die meerdere keren met betraande ogen en krop in de keel staat te dansen. Joe zelf is enorm dankbaar, maakt constant connectie en kijkt iedereen in de ogen, maar hij bezorgt ons vooral één van de hoogtepunten van de festivalzomer. Bijgevolg betekent dit wel dat we Protoje aan ons voorbij moeten laten gaan, want zij staan jammer genoeg samen geprogrammeerd. Protoje hebben we echter al zoveel gezien, al horen we later nog van vrienden dat hij (uiteraard) een topshow heeft afgeleverd.
De tent stroomt ondertussen vol voor de exclusieve soundsystem-sessie van Queen Omega. Wat kan ik nog zeggen? Ik heb geen superlatieven over voor dit geniale uur. Het is een ware manifestatie van oerkracht. Blackboard Jungle warmt ons heel even op met ‘Uptown Rebel’ van Desi Roots, maar nadien vliegt de Queen erin met ‘Jah Army’ en ‘Warning’. Springend, dansend, genietend, brullend en zingend geeft Queen Omega ons een les in hoe een artieste zichzelf kan overstijgen en toch beheerst, met liefde, haar boodschap kan overbrengen. Het publiek kan niet achterblijven en verliest bijna de controle, maar niet op agressieve wijze, want vrienden letten op elkaar. En als er al wordt gebotst dan excuseert men zich, mensen zijn hier om te feesten mét elkaar, niet op zichzelf.
Een van de hoogtepunten is Omega’s improvisatie op de B-kant van Ranking Joe’s ‘Soundsystem’. Blackboard Jungle herinnert ons er regelmatig aan hoe exclusief deze sessie is en het publiek strooit met liefde naar de artieste. Als laatste krijgen we nog Manudigital’s digitale versie van ‘Local’. Nadat ze uitgebreid de tijd neemt om op de foto te gaan met haar fans, verdwijnt de Queen tenslotte weer.
Blackboard Jungle heeft nog een uur, en daarin laten ze vooral vrouwelijke stemmen aan het woord. ‘Rub A Dub Story’ van Sister Nancy en Legal Shot, ‘Serial Killer’ van Daba Makourejah, maar ook Prince Malachi, Dixie Peach en Jah Mason vrolijken onze laatste festivaldag nog op. Jolly Joseph en Young Kulcha komen hun talent nog verschillende keren etaleren en er wordt gelachen en geknuffeld onder de verschillende Franse dub-families.
En wij dansen tot we niet meer kunnen, tot we niet meer mogen, dus zoeken we onze vrienden op en gaan met z’n allen naar Kokoroko.
Dour blijft een buitengewoon en uniek festival. Ik ga al jaren en ik ben nog nooit ontevreden terug naar huis gekeerd (wat hopelijk ook niet kan gezegd worden van drie koppels die elkaar dit jaar het ja-woord hebben gegeven). Voor ieder wat wils hier, en daarom zijn we zo blij dat er terug live reggaebands geprogrammeerd stonden. Als we nu nog heel de nacht zouden mogen door dubben dan zou het helemaal af zijn!
Het terrein lag er prima bij en was erg mooi ingekleed (onder andere door kunststudenten van Arts au Carré uit Bergen). Om afgerond 222 000 festivalgangers op 5 dagen te ontvangen was dit vast een hele klus. Ook was het nooit aanschuiven bij de toiletten en was het niet lang zoeken naar eten (gevarieerder of alleszins gezonder mag wel van ons).
Wel moet gezegd worden dat de water- en schaduwvoorziening op de camping zwaar tekortschoot. Op een festival waar het kwik gemakkelijk boven de 30° steeg is één tent met waterkraantjes en enkele (regelmatig defecte) douches veel te weinig! Een half uur in de blakende zon staan om je dorst te lessen, dat kan eigenlijk niet. Met vier (!) verschillende campings én prijzen voelt het stilaan alsof de regular camping gelijkstaat aan een derdeklasse ticket. Nergens voor nodig, men geeft genoeg geld uit voor tickets, eten en drinken, dus voorzie dan ook gewoon het minimum. “Food, clothing & shelter!” zou Prince Lincoln zeggen, wel met shelter & water zijn wij al tevreden, de rest nemen we zelf wel mee.
Maar goed, wij hebben wel twee geweldige dagen beleefd, en het blijft: Dour, mon amour!
Foto’s: © Dour Festival - Matin Tissot, Sander Paulussen, Alex Studioart
Theatre-maker and actor describing himself as "passionate collector of everything from early ska to conscious dancehall," seeking to give back to reggae community.
July 23, 2024