Vrijdag
Toen de regen ophield en mijn tent recht stond, besloot ik richting de weide te vertrekken. Door de modder baande ik me een weg door de tentencamping. Onderweg zag ik veel bekende gezichten, allemaal vol goede moed en klaar voor het festival. Na leuke opwarmers op de camping van
Brudor Soundsystem en
Uptown Hi-Fi, begon de eerste grote act van de avond,
Youth & Truth. Met hun indrukwekkende soundsystem zorgden ze voor een heerlijk warm en proper geluid dat de harten van de vele aanwezigen deed daveren. Met een sterke opbouw, enkele topselecties en een ijzersterke
Rudy Roots achter de microfoon, kregen ze het publiek helemaal mee. Ze leken zowaar de hemel open te breken, want voor de rest van de avond viel er geen druppel regen meer uit de lucht.
Na Youth & Truth werden we getrakteerd op de UK-delegatie van
Jah Tubbys World System, ondersteund door MC-meesters als
Macky Banton en
Dixie Peach. Samen bezitten zij tonnen ervaring, wat duidelijk hoorbaar was. Beide MC’s wisten het publiek te begeesteren met melodische gezangen, korte shout-outs en zinderende spits. Het effect was dat het hele publiek met hun rug naar de sound stond en gezicht naar de artiesten, zoals de traditie voorschrijft, maar niet altijd gebeurt in België. Met de klassieker ‘Rise And Shine’ deed Jah Tubbys Wadada daveren.
Youth & Truth zetten het laatste uur in, en bewezen opnieuw waarom ze een van de beste dub-acts van België zijn. Het was een waardige afsluiting van een geweldige avond, met als hoogtepunt een
Agobun dubplate die een kracht en vibe door de tent joeg die niemand stil liet staan. Na de laatste tunes verspreidden velen zich naar het traditionele kampvuur. Dit jaar was het “amfitheater” ondergelopen, maar dat hield niemand tegen om toch kampvuren te maken in tonnen en ze zachtjes te laten drijven op het water. Anderen feestten door op de camping. Tot in de late uurtjes hoorde je van overal wel reggae, dub, ragga, tek, goa of andere alternatieve muziekgenres op verschillende soorten luidsprekers, van echte 12 volt soundsystems tot JBL-boxen. Met dit geroezemoes op de achtergrond viel ik uiteindelijk in slaap.
Zaterdag
Dag twee begon rustig met een bezoekje aan verschillende eetkraampjes en platenstanden op het festival. Onze maag vulden we met de nacho’s met stoofvlees van de
Volkxkeuken en de pizza’s van
Sunshine Barista. Alles was superlekker, vers en prijs-kwaliteit. Voor platen, T-shirts, truien en meer passeerden we bij
I-Topia.
De kraampjes wisselde ik af met een bezoekje aan het nieuwe
Fik’iri Forest, waar heel de dag heen yogasessies werden gehouden, interviews werden afgenomen en de BELDUB-documentaire werd vertoond. Helaas heb ik door de regen niet alles kunnen meepikken, maar het initiatief om extra animatie te voorzien tijdens het festival moedig ik zeker aan. Ondertussen begroette
Waga Waga Soundsystem met
King Samir en
Dub Tubbie het publiek en warmde hen op voor wat een topdag met veel binnenlandse en buitenlandse artiesten zou worden.
Ondertussen was de festivalweide goed volgelopen. Een mooie mix van jong en oud, mannen en vrouwen, danste en zong in een heerlijk zonnetje op de ska en roots tunes van
Recitude. Na Recitude volgde het
UFO Collective, bestaande uit
Unlisted Fanatic,
MariJah en
The Moonshine Horns. Hun dub-set, vol invloeden uit dancehall, afro en jazz, was voor mij het hoogtepunt van de middag. Met nummers als ‘Crisis’, ‘Wadada’, ‘Shaka Deya’ en ‘Poorman’, speelden ze niet alleen de tent plat, maar kregen ook iedereen daarbuiten aan het dansen.
Door vertragingen begonnen
Danman en
I-tal Soup pas later op de avond. Eerst nam Waga Waga Soundsystem het weer even over. Een perfect moment om even de innerlijke mens te versterken.
Halfweg mijn terugkeer naar de festivalweide hoorde ik echter de stem van
Prince Jamo al. Ik haastte mij naar het optreden, maar daar dacht de modder anders over. In mijn haast verloor ik bijna een schoen en mijn gsm. Doornat maar voor de rest ongeschonden, kon ik nog net twee nummers meepikken, waaronder ‘Kamra Dub’ van
King Stanley van
Outta One Nation Sound. Jammer!
Gelukkig was daar
Jonah Dan. Met gevatte teksten en flair voor het draaien, bouwde hij een prachtige set op van roots naar UK dub, afwisselend tussen eigen producties en af en toe een bekende remix zoals de King Alpha remix van Eek-a-Mouse’s ‘Noah’s Ark’. Op de achtergrond zagen we dat zowel Prince Jamo als
Ceephax meegenoten van Jonah Dan’s set. Later voegden ook Danman en Ital Soup zich nog bij dit selecte groepje. Samen genoten iedereen van de laatste tunes voordat de volgende artiesten hun plek overnamen. Zoals ik in de voorbeschouwing al schreef, kende ik beide artiesten al, maar samen had ik ze nog nooit zien optreden. Ik kan nu zeggen dat het een geslaagde combinatie is, hoewel ze in het begin wat tegenpolen leken.
I-tal Soup, een relatief jonge en energieke producer, wisselde de hele avond tussen mengtafel en preamp. Met overgave zorgde hij voor lange echo’s op muziek, microfoon en sirenes, en gaf hij zijn eigen producties live een nieuwe twist. Daarachter stond Danman, een oudere artiest die rustiger en meer ingetogen was, terend op zijn bekende repertoire en in het begin maar weinig nieuwe dingen uitproberend.
De show kwam traag op gang, maar eenmaal op dreef was het echt de moeite waard. Dit was mede dankzij het publiek, dat vanaf het begin enthousiast aan het dansen, springen en aanmoedigen was. Dit werkte aanstekelijk op de artiesten, zeker op
Danman, want halverwege de set leefde hij helemaal op en kregen we prachtige a capella’s te horen, waaronder ‘Can’t Live Inna The Babylon’, ‘Satta Massa Gana’, en ‘Jah My Guiding Star’.
I-tal Soup voelde ook dat het tijd was om met enkele van zijn toppers te komen, zoals ‘Unapologetically’ met
Tez Fa Siyon en ‘Rasta Break Free’ met
Aba Ariginal, waardoor de avond naar een hoger niveau werd getild. Af en toe werden beide artiesten ook begeleid op live saxofoon, altijd een mooi extraatje in een set.
We naderden het einde van de avond, en I-tal Soup en Danman gaven de fakkel dan ook door aan de laatste artiest. De avond eindigde met
Waga Waga Soundsystem, die met MC’s
Dub Tubbie en
King Samir de laatste momenten van het festival tot een fraai einde brachten. Natuurlijk hun eigen ‘Wadada’-plaat met tekst van Rudy Roots niet in de set ontbreken!
Traditiegetrouw eindigde de avond rond het kampvuur, waar eigen speakers en twaalf volt soundsystems aangingen en het feest doorging tot de batterij van mens of machine het begaf. Onze batterij bleek het niet echt lang meer te trekken, en we trokken ons dan ook al snel terug in onze tent om na te genieten van deze puike editie.
De volgende ochtend werden de festivalgangers al tegen de vroege middag begroet door de lokale boer en held van de dag die enthousiast en op zijn dooie gemak de vastgereden auto’s en campers uit zijn modderige velden haalde. Wadada, we zien elkaar volgend jaar terug!