Nadat hij reeds geruime tijd met gezondheidsproblemen kampte, is bassist Aston 'Familyman' Barrett uiteindelijk afgelopen zaterdagmorgen, op 77-jarige leeftijd, in het University of Miami Hospital in Florida overleden. Bij het horen van het tragische nieuws haalde ik meteen 'Burnin'', het laatste Wailers-album, uit de kast. Terwijl ik naar de cover staarde kwam er slecht één gedachte op: "The last original Wailer has gone!"
By Ras Mundele
Tijdens een interview voor Bass Player Magazine in 2007 vatte Aston Barrett zijn muzikale carrière mooi als volgt samen: “I’ve played before Bob, with Bob, and after Bob and along the way I create a whole new concept of bass playing. That’s just my thing. That’s my destiny.”.
De berichtgeving van zijn overlijden komt net een kleine twee weken voor de release van ‘One Love’, de biopic over Bob Marley waarin zijn zoon Aston Barrett Jr. zijn rol vertolkt.
Barrett werd in 1946 in Kingston geboren en richtte halverwege de jaren zestig samen met Lloyd Charmers, zijn broer Carlton en Max Romeo een eerste band op, The Hippy Boys. De allereerste single die Carlton in 1968 als bassist mocht opnemen was ‘Watch This Sound’ van The Uniques (een rocksteady bewerking van Buffalo Springfields ‘For What It’s Worth’, red.). Die eerste ervaring omschreef Aston als volgt: “When I was appointed for the session, I told them that my knees were shaking like a leaf on a tree. I never even been to a studio to see what a studio look like.”
Nadat Lee ‘Scratch’ Perry en The Upsetters in 1969 met ‘Return Of Django’ in het Verenigd Koninkrijk een bescheiden succes kenden, werden deze uitgenodigd om er zes weken te touren. Aangezien de oorspronkelijke Upsetters om diverse redenen de reis niet konden maken, werden The Hippy Boys door Perry als nieuwe Upsetters ingelijfd. Tijdens hun verdere samenwerking in de Black Ark Studios werden de fundamenten gelegd van de sleutelrol die de Barrett broeders in de verdere ontwikkeling van reggaemuziek zouden gaan spelen.
Als studiomuzikant voor Perry werkte Familyman voor het eerst met The Wailers samen. Dit leidde ertoe dat Aston en Carlton werden uitgenodigd om zich bij de band aan te sluiten. In 1972 volgde een eerste wereldtournee en nadat Bunny Wailer en Peter Tosh twee jaar later de formatie verlieten, gingen ze vanaf dan onder de naam Bob Marley & The Wailers verder. In die periode creëerde Familyman zijn meest bekende en vaak innovatieve baslijnen. De gebroeders Barrett bepaalden in hoge mate het geluid van de groep en vormden de ruggengraat van de band.
Terwijl hij deel uitmaakte van Bob Marley & The Wailers vervulde Aston Barrett naast zijn rol als bassist ook die van bandleider, arrangeur en was hij co-producer van hun albums. Na het overlijden van Bob in 1981 bleven de Wailers, onder leiding van Aston en Junior Marvin, vaak optreden om “de boodschap” verder te verspreiden, zoals de King of Reggae het hen had opgedragen.
Als begeleidingsband namen ze na de dood van Bob met verschillende artiesten albums op, hiervan is ‘Jerusalem’ van Alpha Blondy & The Wailers zonder enige twijfel het meest bekende. Nadat zijn broer Carlton Barrett in 1987 vermoord werd, brachten The Wailers als band drie studioalbums met eigen materiaal uit: ‘I.D.’ (1989), ‘Majestic Warriors’ (1991) en ‘Jah Message’ (1994). Tot slot verscheen in 1997 ook nog ‘My Friends’, een compilatie van live optredens tussen 1995 en 1997.
We zouden Aston niet alle eer aandoen zonder ook zijn bijdrage aan de ontwikkeling van het reggaegenre los van de Wailers aan te halen. In de loop van zijn carrière werkte de muzikant met tal van artiesten samen en voorzag hun songs hierbij van iconische baslijnen. Een volledige opsomming van de geroemde reggaealbums waaraan hij een bijdrage leverde, soms ook op gitaar of keyboards, kunnen we hier niet meegeven. Ter illustratie volgende kleine selectie: ‘Pick A Dub’ (Keith Hudson, 1974), ‘This Is Augustus Pablo’ (Augustus Pablo, 1974), ‘Revelation Time’ (Max Romeo, 1975), ‘Truths And Rights’ (I Roy, 1975), ‘Marcus Garvey’ (Burning Spear, 1976), ‘Equal Rights’ (Peter Tosh, 1977), ‘Who Feels It Knows It’ (Rita Marley, 1980), ‘A Luta Continua’ (Big Youth, 1985)…
In 2006 ging Barrett met de Marleys en Island Records een juridische strijd aan. Hierbij claimde hij 60 miljoen pond aan onbetaalde royalty’s voor zijn bijdragen in de productie van de albums. Daar Aston in 1994 in een overeenkomst met de beklaagden zijn royalty’s voor $500.000 had opgegeven, werd de vordering door de rechter afgewezen. De uitspraak zorgde er wel voor dat Barrett het leeuwendeel van de naar schatting 2 miljoen pond aan juridische kosten moest betalen. Een aderlating die hij financieel nooit te boven zou komen. In 2018 hing Aston uiteindelijk voorgoed zijn basgitaar aan de haak.
”When I’m playing the bass, it’s like I’m singing. I compose a melodic line and see myself like I’m singing baritone.”
Fly away home to Zion Aston, the man joining his family again. Rest In Power.
Late 1970s reggae convert. Formerly with Burnin' Ash and Tsjaka Band. Recently returned to composing and songwriting with focus on reggae's spiritual and social dimensions.
February 5, 2024