Reggae.be
Beyond Selassie & Garvey: Vernon Carrington
History April 26, 2024

Beyond Selassie & Garvey: Vernon Carrington

Als puber lag de kiem voor mijn reggaeliefde bij de tekstinhoud, met de muziek als vehikel voor het uitdragen van een boodschap. Vrij snel ontstond de drang te achterhalen wat er allemaal achter die rastabeweging schuilging. Opgroeiend in een wereld waarin niet alle antwoorden via een muisklik voor het rapen lagen, werd het een jarenlange, moeizame speurtocht tijdens dewelke ik voor het eerst met Vernon Carrington kennis maakte. Als oprichter van de Twelve Tribes of Israel is zijn onderliggende aanwezigheid in reggaesongs het toelichten zeker waard.

By Ras Mundele

De eerste sporen die mij uiteindelijk naar Carrington leidden waren respectievelijk: “The Blessing Of Joseph” (Genesis 49:22-24) op de achterzijde van het album ‘Rastaman Vibration’ (1976) van Bob Marley & The Wailers; de Ijahman-song ‘I’m A Levi’ (1978), de achterflap van het Israel Vibration album ‘The Same Song’ (1978), waarop te lezen stond “Wiss Tribe of Dan, Skeleton Tribe of Gad, Apple Tribe of Reuben”, en het album ‘Trafalgar Square’ (1979) van Pablo Gad die als artiest de stam waartoe hij behoorde in zijn pseudoniem verwerkte.

De oorsprong van de Twelve Tribes of Israel moet bij Vernon Carrington aka Gad, Gadman, of Profeet Gad worden, die in 1968 met het werven van leden voor zijn genootschap (toen nog als ‘Local 15’ van de ‘Ethiopian World Federation’) begon. 

Vernon werd op 1 november 1936 in een middenklassengezin in Kingston geboren. Eind jaren ‘50 werkte hij in een schoenenfabriek en daarnaast voor Coxsone Sound System. Net als tal van Jamaicanen reisde hij in 1960 naar het Verenigd Koninkrijk, maar kon er niet aarden en verbleef er slechts een paar maanden. Indien God hem zou bijstaan in een veilige thuiskomst beloofde hij alles in het werk te stellen om de Heer te dienen. Bij zijn terugkeer las Carrington aan het tempo van één hoofdstuk per dag tot tweemaal toe de bijbel, wat hem ruwweg zeven jaar in beslag nam. De studie van het schrift bezorgde Vernon een duidelijke visie op wat hij als zijn missie zou gaan beschouwen: het verzamelen van de verloren stammen van Israël om hen naar het thuisland Ethiopië te brengen.

Hieronder een handvol songs waarin die methode om de Bijbel te lezen, one chapter a day, centraal staan:

Ken Bob - ‘Chapter A Day’ (1984)
Damian Marley - ‘Kingston 12’ (1996)
Jacob Miller - ‘Chapter A Day’ (1999)
Protoje feat. Chronixx - ‘Who Knows’ (2014) 
Vibronics feat. Earl Sixteen - ‘A Chapter A Day’ (2017)

Om zijn doel te bereiken ontwikkelde Carrington twee strategieën:

Ten eerste stelde hij een leerstelling, gebaseerd op bijbelfragmenten waarin de twaalf stammen van Israël worden genoemd, voorop. Daarnaast ontwikkelde hij een kalender die de leden in staat stelde zich op basis van hun geboortemaand met één van de stammen te identificeren en dit geassocieerd aan een stamkleur, een lichaamsdeel, een stamfunctie en een apostel. Dit vormde voor zijn volgelingen een stevige basis om tot een sterk en coherent collectief uit te groeien. De stelling kende geen specifieke wetten maar berustte op Bijbelstudie, redenering en introspectie die uiteindelijk naar een individuele verlichting zouden moeten leiden.

Ten tweede registreerde Carrington in Kingston zijn groepering als een lokale afdeling van de Ethiopian World Federation, ‘Local 15’.

In opdracht van keizer Haile Selassie werd de EWF in 1937 door de Ethiopiër Melaku E. Beyen in New York opgericht, na aanvang van de oorlog tussen Italië en Ethiopië. Het doel van de organisatie bestond erin de materiële en financiële steun voor de Ethiopische zaak te centraliseren. Als blijk van zijn waardering voor de bijstand tijdens de oorlog schonk H.I.M. het EWF in 1950 een stuk land bij Shashamane. De eersten die zich er vestigden waren Garveyieten, zwarte joden en EWF-leden uit het Caraïbische eiland Montserrat.

De eerste Rasta’s arriveerden circa 1965 in Shashamane, nog voor de oprichting van de Twelve Tribes of Israel. Vanaf 1968 werd de keizerlijke donatie het middelpunt van de Jamaicaanse Back-to-Africa initiatieven en werd de afdeling van het EWF onder leiding van Prophet Gad zodoende de legitieme organisatie via dewelke Rasta’s een terugkeer naar het moederland konden realiseren. Het feit dat de EWF een oecumenische organisatie was waartoe Rastafari moeilijk toegang hadden, zorgde op termijn voor wrijvingen. Uiteindelijk leidde dit in 1973 tot een scheiding en werd datzelfde jaar “Twelve Tribes Of Israel” als officiële benaming aangenomen en dit met een terugwerkende kracht naar 1968, het jaar van de oprichting.

Een greep uit een aantal reggaenummers die direct of indirect verwijzen naar de Twelve Tribes:

Fred Locks - ‘Vision Of Redemption’ (1976) 
Israel Vibration - ‘The Same Song’ (1978) 
Dennis Brown - ‘Get Up’ (1982) 
Mr Spaulding’ - ‘Twelve Tribe Of Israel’ (1983) 
Tribal Seeds - ‘Tribal Seeds’ (2005) 

In 1970 had Gad samen met enkele Twelve Tribes leden Ethiopië bezocht. Tijdens de maand dat ze er verbleven, waren er contacten met de Ethiopische regering en met de enkele remigranten die zich reeds in de landtoewijzing hadden gevestigd. Bij zijn terugkeer overhandigde Gad zijn aanhangers een symbolische handvol aarde uit Shashamane, een tastbaar bewijs dat de mogelijkheid tot een terugkeer naar Afrika niet utopisch was. De Twaalf Stammen waren nu klaar om hun eerste volgelingen te repatriëren. Eric L. Smith aka. Asher I, vertrok op 28 september 1972 als eerste lid van de Twaalf Stammen naar Ethiopië. Na een reis van 48 uur, via London en een verblijf van enkele dagen in Addis Abeba, arriveerde Smith in Shashamane waarvan de gronden op dat ogenblik onder slechts twaalf mensen waren verdeeld en waarop nog maar een paar kleine huizen waren neergezet.

Een aantal reggaenummers met Shashamane of Shashamene als thema:

Dennis Brown - ‘Shashamane Living’ (1983) 
Sydney Salmon - ‘Shashamane On My Mind’ (2006) 
Reggae Bubblers - ‘St. Croix To Shashamane’ (2007)
Rasheda - ‘Shashamane’ (2016) 
Autarchii & Fari Difuture - ‘Shashamane Living’ (2017)

In 1974 werd de kleine gemeenschap in Shashamane getroffen door de gevolgen van de Ethiopische revolutie. Een militair comité, de Derg, nam toen de macht in het land over en ging over tot de afzetting van de keizer werd. H.I.M. stierf op 27 augustus 1975 een “natuurlijke dood”, wat tot op de dag van vandaag sterk in twijfel wordt getrokken (men neemt algemeen aan dat hij in zijn slaap werd verstikt met een kussen). De Rastafari, die vanwege hun geloof als aanhangers van de monarchie werden beschouwd, raakten hun land en bezittingen kwijt. Ze voelden zich bedreigd en werden aan voedselrantsoenen, uitgaansverboden en aan de gevolgen van de burgeroorlog onderworpen. Het merendeel verliet in de jaren volgend op de revolutie dan ook Ethiopië. Een handvol achtergebleven Rasta’s verzekerden met hun aanwezigheid de toekomst voor het in stand houden van de terugkeer naar Afrika, het doel dat Prophet Gad bij de oprichting van de Twelve Tribes vooropstelde.

Ondanks alle belemmeringen bleef de organisatie haar leden naar Shashamane sturen. Om geld in te zamelen voor hun vestiging in Ethiopië moesten de vertrekkende Rasta’s send off parties organiseren. Deze afscheidsfeesten vormden telkens een openbare aankondiging dat de organisatie daadwerkelijk mensen naar Ethiopië stuurde en dat repatriëring via hun kanalen mogelijk was. Vanwege deze vieringen verwierven de Twelve Tribes de reputatie “the house of reggae” te zijn. Meer dan welke andere rastagroepering ook droegen ze hierdoor bij aan de explosie die reggae toen kende, voor hen “the music of the king”. Dit zorgde er ook voor dat de vereniging zowel in Jamaica als daarbuiten tussen haar nieuwe leden vooraanstaande reggaesterren, intellectuelen en heel wat aanhangers uit de middenklasse mocht rekenen.

Aan reggaesongs met een verwijzing naar repatriëring natuurlijk geen gebrek:

Yabby You - ‘Zion Gate’ (1977)
Israel Vibration - ‘Jah Time Has Come’ (1978)
Hugh Mundell - ‘Day Of Judgement’ (1978) 
Errol Dunkley - ‘Repatriation’ (1979) 
Burning Spear - ‘Repatriation’ (1983) 

De internationale ontwikkeling van de Twaalf Stammen, met de oprichting van achttien filialen wereldwijd, was op zich een onrechtstreeks gevolg op de vertraging van de terugkeer naar Ethiopië. Waar de Rasta-opvattingen aangaande ras bij aanvang zwarte suprematie inhielden, een visie die radicale Rasta’s nog steeds aanhouden, zorgde de internationalisering die Carrington doorvoerde ervoor dat langzamerhand ook niet-zwarten binnen de rastagemeenschap werden geaccepteerd.

De gezanten van de Twelve Tribes die zich na het midden van de jaren zeventig in Shashamane vestigden, moesten in een wankele politieke omgeving zien te overleven. De zelfvoorzienende landbouw was onvoldoende om aan hun behoeften te voldoen, en, berustend op hun karakteristieke Jamaicaanse creativiteit, begonnen ze dan ook met het vervaardigen van kammen, koffietafels, bedden en kasten (tot een beperking op grondstoffen ook hier een stok voor stak wat een verdere productie onmogelijk maakte).

Voor zover de omstandigheden in Ethiopië communicatie met de buitenwereld toeliet, mobiliseerde de kolonistengemeenschap de vereniging in een oproep naar hulpbronnen. De voornaamste afdelingen in de westerse grootsteden speelden, via hun financiële ondersteuning, een belangrijke rol in het overleven van de Twelve Tribes-gemeenschap in Shashamane. Daar de internationale vestigingen eveneens als tussenstations fungeerden voor de Jamaicanen die de terugkeer maakten, gingen deze filialen een steeds belangrijkere rol vervullen binnen de organisatie.

De achttien kavels die de regering in 1986 ter beschikking stelde waren voor de toestroom van de late jaren negentig ruimschoots ontoereikend. Bij aanvang van de jaren 2000 vestigden Rasta’s zich niet langer uitsluitend op het platteland maar eveneens in het stedelijk gebied aan de rand van Shashamane. Tegenwoordig wonen er in de buitenwijken van de stad, die nu bekend staan als de Jamaicaanse buurten, zo’n duizend Rasta’s.

Bij aanvang van het nieuwe millennium bestond de toestroom in hoofdzake uit leden die vooral uit Trinidad en Tobago en het Verenigd Koninkrijk afkomstig waren. Hun terugkeer verliep niet langer uitsluitend via de organisatie, maar geschiedde hoe langer hoe meer op eigen kracht. De nieuwkomers zorgden voor gemeenschapshuizen om de last van het historische hoofdkwartier van de Twaalf Stammen, dat niet langer zelf over de capaciteit beschikte iedereen onderdak aan te bieden, te verlichten. De groei van het aantal migranten leidde aldus tot een verzwakking van het traditionele gezag van de Twelve Tribes.

Op 22 maart 2005 verloor de organisatie haar stichter en werd na de begrafenis in Kingston een herdenkingsceremonie gehouden. Een voor deze gelegenheid uitgegeven brochure getuigde over het ontstaan van de Twaalf Stammen in Kingston en verhaalde aan de hand van teksten van de internationale afdelingen hoe de indrukwekkende groei van de organisatie verder tot stand kwam. Maar, net als in Babylons congregaties, zorgde het verdwijnen van de autoritaire en charismatische leider voor een machtsstrijd om diens opvolger aan te wijzen.

Vandaag vormen de leden van Twelve Tribes de meerderheid van de kolonisten in Shashamane. De gangbare veronderstelling dat de repatriëring van Rastafari onvoldoende of haast onbestaande was, valt te bediscussiëren. Het levenswerk van Carrington illustreert hoe een weinig bekende maar vastberaden organisatie zich inzette om de terugkeer naar Ethiopië te realiseren. Op zich een attestatie van de diepe en reële verwantschap tussen Afrika en haar afstammelingen die als slachtoffers van de slavernij op het Amerikaanse continent het daglicht zagen.

Niettegenstaande de belangrijke rol die Gadman via het oprichten van The Twelve Tribes Of Israel in het verruimen en internationaliseren van de rastabeweging speelde, konden we slechts enkele nummers opsporen die aan de profeet werden opgedragen. Op het Scientist album ‘High Priest Of Dub’ (1982) vinden we ‘Gad Man The Prophet’, een dub versie waarvan het origineel, ‘Familiar Music’ (1979), op het ‘Ten Years After’ album van The Royals terug te vinden is.

Verder nog de ska-single ‘Prophet Gad’ (2001) van Patrick Spence aka. Orthodox Issachar, ‘Long Live The Prophet Gad’ (2018), van de naar Shashamane gerepatrieerde rootsreggaezanger Sydney Salmon, en tenslotte ‘Dry Bones’ (2019), terug te vinden op ‘Bamboo’ van Ras Negus I.

Afsluiten doen we met een videofragment waarin we Prophet Gad zelf aan het werk zien tijdens een Twelve Tribes dance event in hun hoofdkwartier in New York.

(Aansluitend op dit artikel, wijzen we u nog graag op volgende publicaties van Jah Shakespear: ‘How Ras Asher jumped into his car and drove to the promised land’ en ‘A rastaman in Ethiopia’)

Beyond Selassie & Garvey: Vernon Carrington

About the Author

Ras Mundele

Converti au reggae à la fin des années 1970. Anciennement membre de Burnin' Ash et Tsjaka Band. Récemment revenu à la composition et à l'écriture de chansons avec un accent sur les dimensions spirituelles et sociales du reggae.

Genres

Dub Roots Rocksteady Ska Reggae New Roots UK Steppers Nyahbinghi

Published

April 26, 2024