Jah Shakespear reisde samen met onze marketingman Thomas De Beule naar Jamaica om er promotie te voeren voor de Engelstalige uitgave van het boek 'De Rasta Revelatie'. Het is toch altijd een beetje thuiskomen…
Er staat een man met een hond aan de gate in Punta Cana. Na negen uur vliegen moesten we het vliegtuig hier verlaten, door een paspoortcontrole, handbagage laten scannen, en dan meteen naar Gate 1. Geen tijd voor een drankje, laat staan om door de taks free shop te dwalen. De meeste mensen hebben hun bestemming bereikt, de Dominicaanse Republiek. Luxe en vertier op een boogscheut van de hel in Haïti, op hetzelfde eiland. Wij vliegen door naar Jamaica, samen met de vakantiegangers die vanuit Montego Bay weer naar huis gaan.
Het is een schattige hond, een kleine golden retriever die braaf naast zijn baasje staat. Dan gebaart een agent ons dat we allemaal op één lijn moeten gaan staan, handbagage op de grond. Dit is een drugcontrole, hoe gedwee de hond zich ook gedraagt. Maar wie neemt er nu ganja mee naar Jamaica? Hond en baasje gaan geduldig de rij af. Als ze ons gepasseerd zijn, mogen we doorgaan, het vliegveld op, te voet terug naar de Boeing van TUI.
Ergens in je achterhoofd denk je toch: hopelijk ruikt die hond niet dat ik gisteren nog iets gerookt heb, of dat er in mijn rugzak ooit misschien wel eens een kruimeltje cannabis heeft gezeten. Maar daar was de hond blijkbaar ook helemaal niet naar op zoek, vertelt de taxichauffeur die ons opwacht aan Sangster Airport in Montego Bay. Het is de cocaïnehandel die floreert tussen de Dominicaanse Republiek en Jamaica. Je moet al heel snel en behendig zijn om in die korte tijd, op die plek vol mensen en camera’s, een partij coke op te halen en vervolgens te verstoppen, maar ik ben dan ook geen smokkelaar.
Intussen is ganja in Jamaica wel vrijer en makkelijker verkrijgbaar dan ooit. Dane, onze chauffeur, weet meteen, nog voor we vertrekken, waar hij voor ons iets op de kop kan tikken. Hij keert terug met twee ronde plastic potjes met een openklappend dekseltje. Zo wordt cannabis nu verkocht in de “ganja shops”, waarvan ik er op deze trip een aantal wil bezoeken. In het ene potje zit de soort Wedding Cake, in het andere Platinum. De scandal bag, een stukje vuilniszak of ander plastic waarin de ganja op straat meestal verkocht werd, lijkt verleden tijd, zeker in de shops.
Onderweg, draaiend, kerend, remmend, de gaspedaal vaak diep ingedrukt, kortom: zoals de meeste Jamaicanen rijden, zet Dane ons aan om de ganja te testen. “Natuurlijk mag je roken in de auto!”, roept hij: “Dat doe ik toch ook?”. Ik herinner mij de roadblocks uit het verleden, toen alleen een stevige bribe de politie kon beletten om je op te pakken wegens drugbezit. Vandaag mag je in Jamaica twee ons cannabis op zak hebben, 56 gram. Maar mag je dan ook rijden “onder invloed”? Opnieuw reageert Dane met vragende blik: “Waarom zouden wij niet mogen roken als we rijden?”.
Passionné de reggae depuis 1977, écrit professionnellement depuis le début des années 1980 pour des publications telles que De Morgen et De Standaard. A fondé le site web en 2002. Auteur de deux livres sur la culture et l'histoire du reggae.
March 27, 2024