Het laatste decennium zagen reggaeliefhebbers van het eerste uur al heel wat van hun muzikale helden heengaan. Op 19 januari 2024 overleed ook Errol Keith Douglas, leadzanger van het vocale trio Foundation. Hoewel minder productief en populair dan klassieke acts als Culture, The Gladiators of Burning Spear maakte Foundation deel uit van de artiesten die ons eind jaren zeventig en in de loop van de jaren tachtig met hun meerstemmigheid wisten te bekoren.
By Ras Mundele
Douglas werd geboren op 26 maart 1952 in Saint Mary. Hij groeide op in het noorden van het eiland in een gezin met 9 kinderen waarvan de ouders het niet breed hadden. Als tiener vatte hij eind jaren zestig, via deelname aan zangwedstrijden, met enig succes zijn reggaecarrière aan onder de naam Errol Douglas. Doordat het publiek hem vaak met Errol Dunkley verwarde, koos hij ervoor van toen af zijn tweede voornaam te gebruiken en raakte aldus bekend als Keith Douglas.
Pas onlangs ontdekte ik, via een op zich trieste anekdote, dat ik reeds langer met één van zijn songs vertrouwd was. Het voorval illustreert ook duidelijk het toenmalige gebrek aan respect van bepaalde Jamaicaanse producers voor hun artiesten: “I went regularly to Kingston at Joe Gibbs and one night around 5:30, Errol Thompson auditioned me. I sang a tune called ‘Jah Can Do It’. They laid the track with Sly, Lloyd Parks, Touter and Gladdy. But they never did anything with it. Then one day a friend of mine played me this Dennis Brown tune called ‘Jah Can Do It’: it was my tune, except that Errol Thompson had credited himself as the song writer! Sometimes you have to pay to learn, seen? I decided that I would never work with town producers again.”
Ietwat teleurgesteld keerde Keith naar het platteland terug, waar hij met enkele rastabroeders een bandje oprichtte. Een vriend spoorde hem aan om bij Jack Ruby op auditie te gaan. Hierbij werden twee songs opgenomen waarna de producer Keith voorstelde de Gaylads of de Heptones te vragen om de harmonieën in te zingen. Keith weigerde het voorstel en koos ervoor met zijn eigen mensen te werken. Aldus vormde hij met Emillo ‘Father’ Smiley en Euston ‘Ipal’ Thomas het trio Foundation.
Enige tijd later keerde hij naar Ruby terug waarna het eerste Foundation nummer ‘Barriers’, (waarvan het beeldmateriaal van de auditie bewaard bleef en dat later nog gecoverd werd door Raging Fyah) werd opgenomen. Via de producer belandde die opname van het trio tot bij Chris Blackwell bij wie het nummer echt in de smaak viel. In 1988 leidde dit tenslotte tot de release van ‘Flames’, de eerste Foundation langspeler en het jaar nadien verscheen als opvolger ‘Heart Feel It’, waarvan de titeltrack tot onze favorieten van het trio behoort.
Met het overlijden van Jack Ruby in 1989 had Foundation geen leiding meer waardoor hun derde en tevens laatste album, ‘One Shirt’, pas in 1995 op het Island Jamaica label van Blackwell verscheen. Met gebrek aan een degelijk management en het ontbreken van de nodige promotie kende deze release weinig succes. In 1999 volgde een laatste tournee door de Verenigde Staten. I Pal kreeg kanker en overleed in 2001 en Smiley besloot in Amerika te blijven, wat meteen het einde van Foundation betekende.
In 2019 maakte Keith met het album ‘Hi Yo’, ditmaal als solo artiest, een comeback onder de naam Keith Foundation + Black Disciples. Black Disciples aka. The Black Experience was eind jaren zeventig de studioband van Jack Ruby. Aan dit album werkten mee: Leroy ‘Horsemouth’ Wallace, Robbie Shakespeare, Earl ‘Chinna’ Smith en Robert Lyn.
We laten Keith nog even aan het woord door middel van een passage uit een interview dat hij in 2018 gaf naar aanleiding van de release van het album: “I try to make a living as a musician, I do stage shows in Jamaica, and I keep writing songs. I write songs with an acoustic guitar. I rehearse them a lot before I feel I’m ready to record them. Even for demo, I want to rehearse a lot before. But the music has changed and artists nowadays listen to riddims and write songs to the riddims. Vince Morgan from Studio One and I work together and he sometimes gives me riddims so I can write to those. Papa Curvin too. I don’t prefer that, but I can do it. I prefer to work with musicians where I sing my song on the guitar, so they get the tone and can build a riddim based on my song. I have nuff tunes in my head, ready to record. Right now, I just want to go back on the road in Europe and America and tour the new album.”
Afsluiten doen we met een post die Guillaume Bougard, de Franse producer van ‘Hi Yo’, naar aanleiding van het overlijden op Facebook plaatste: “His song writing was one of the best ever in Jamaica. He was cool, a bit reserved, and lived away from the city, which made him hard to reach and somewhat mysterious.”
R.I.P. Errol Keith Douglas
Converti au reggae à la fin des années 1970. Anciennement membre de Burnin' Ash et Tsjaka Band. Récemment revenu à la composition et à l'écriture de chansons avec un accent sur les dimensions spirituelles et sociales du reggae.
January 23, 2024